Algemeen

 

Dit instrument werd in 1860-1866 gebouwd door de meestertimmerman van Oosterwolde, <strong>Hendrik Jannes Noorman</a> </strong>(geboren 1807 in Wapse) en zijn zoon Klaas (Oosterwolde 4 juni 1841 – Oosterwolde 17 december 1915). Een oomzegger van Hendrik (neef van Klaas) werkte in 1882 mee aan een orgel in de Gereformeerde Kerk in Diever). Het bijzondere orgel in Oosterwolde werd op 2 april 1866 feestelijk in gebruik genomen. Vader en zoon Noorman vervaardigden een aanzienlijk instrument waarbij voor Hoofdwerk en Pedaal een gecombineerde lade werd toegepast. Zes van de zeven pedaalregisters zijn dan ook als “transmissie” van het Hoofdwerk uitgevoerd, alleen de Roerquint 6 is een zelfstandig pedaalregister. In 1952 *) vond een restauratie plaats waarbij onder meer de winddruk werd verlaagd en de voetopeningen vergroot. Het ‘windtrappen’ was daarna niet meer nodig Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door de firma Gebr. van Vulpen. In 1980-1981 voerde de firma Bakker & Timmenga vervolgens een nieuwe restauratie uit, waarbij windladen, kanalen en mechanieken onder handen genomen werden. In 1998-1999 werden, onder advies van Jan Jongepier, door dezelfde orgelmakerij aanvullende restauratiewerkzaamheden uitgevoerd. De klaviatuur werd hersteld en de drie spaanbalgen weer apart pompbaar gemaakt. Het houten pijpwerk onderging waar nodig herstel, terwijl van het overige pijpwerk voetopeningen en intonatie werden gecorrigeerd. Tenslotte werd ook de aan de orgelkast het nodige werk verricht zoals het vergulden van blinderingssnijwerk, lijst- en bieswerk. De dispositie is als volgt: De dispositie:

Hoofdwerk (Manuaal I, C-f3): Bourdon 16, Prestant 8, Portunaal 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-IV, Trompet 8.

Bovenwerk (Manuaal II, C-f3): Salicet 8, Viola di Gamba 8, Holpijp 8, Fluit Traverse 4, Fluit Douce 4, Woudfluit 2, Dulciaan 8. Pedaal (C-e1): Subbas 16 (transm. Bourdon 16), Prestant 8 (transm.), Fluitbas 8 (transm. Roerfluit 8), Violoncello 8 (transm. Portunaal 8), Roerquint 6, Octaaf 4 (transm.), Trombone 8 (transm. Trompet 8).

Koppelingen: Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk.

Winddruk: 78 mm wk. Toonhoogte: a1 = 440 Hz bij 20 ° C.

Temperatuur: evenredig zwevend
Het pedaal bestaat, op de Roerquint 6 na, volledig uit transmissies van registers uit het Hoofdwerk. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van dubbele ventielen voor de zelfde toon. Een ventiel voor het Hoofdwerk en een ventiel voor het Pedaal. Er is geen tremulant aanwezig, wel heeft het orgel 3 keilbalgen met trapinstallatie. *) Hierover zijn in november 1952 twee berichten verschenen in de Leeuwarder Courant: een redactioneel stuk met foto  (klik HIER) en een daaraan gewijd ingezonden artikel een week later (klik HIER)

<strong>Luisteren naar het orgel:</strong> Klik <a href=”http://www.dorpskerk-oosterwolde.nl/Geluid/Arend Doornhein.wma”><strong>HIER</strong></a> om een stukje orgelmuziek te horen, namelijk “Terug naar Ooststellingwerf”, van Jacob Meinardi, gespeeld door <strong>Arend Doornhein</strong>. <a href=”http://www.muziekpraktijkvander mark.nl”TARGET=”nieuw”><strong>Arian van der Mark</strong></a> speelde tijdens een jubileumbijeenkomst in het kader van 275-jaar Dorpskerk een stuk van Adriën Henri Bähler (een broer van predikant Louis Adriën Bähler die van 1902-1909 aan Oosterwolde verbonden was).. Dezelfde Arian van der Mark maakte met Machiel van de Bos een serie orgelportretten voor de lokale omroep Odrie. De volgende nummers zijn tevens te vinden op de dubbel-CD Orgels in Ooststellingwerf.  (Het kan even duren voordat het bestand is geladen) <img src=”http://www.dorpskerk-oosterwolde.nl/Afbeeldingen/Orgel-binnen.jpg” alt=”Noormanorgel” border=”0″ width=”100%” vspace=”15″/> <em>De tekst is deels overgenomen van www.hetorgel.nl en www.orgelsite.nl</em> Meer weten over kerkorgels: ga naar kerkorgel.startpagina.nl